Wat de bestuurlijke continuïteit ondermijnt

5 apr 2018

Iedereen weet dat de continuïteit van het bestuur een groot goed is. Discontinuïteit remt de ontwikkeling van de organisatie. Het vraagt bovendien veel tijd en aandacht van bestuur en toezicht en brengt extra kosten met zich mee. Des te opvallender is het dat bestuurders en toezichthouders nog onvoldoende investeren in preventie. Hoe realiseert u een vloeiende wisseling van de wacht in het bestuur?

Hanneke Beijer – gespecialiseerd in governance en bestuurlijke continuïteit – geeft een aantal tips.

Ook weten hoe u het risico op bestuurlijke discontinuïteit verkleint?


De praktijk

Wat in theorie eenvoudig lijkt, blijkt in de praktijk regelmatig weerbarstig te zijn. Stel dat de raad van toezicht van een organisatie met een tweekoppig bestuur besluit om dit om te vormen naar een enkelhoofdig bestuur. De twee bestuurders komen er samen uit: een van hen blijft en de ander vertrekt. Ze schrijven een heldere notitie met voorstellen over overdracht en afbouw van portefeuilles en het verstevigen van de managementlaag.

Een heikele situatie mooi opgelost. Toch? Of niet?

In dit geval was de raad van toezicht onvoldoende meegenomen in dit proces van de bestuurders. Prima dat de bestuurders het voortouw hadden genomen maar mochten zij er als toezichthouders zelf ook nog iets van vinden? De verantwoordelijkheid voor de keuze en het profiel van de bestuurder ligt immers bij hen. Ze besloten om het proces nog eens dunnetjes over te doen. Wat extra tijd, moeite en geld kostte. Ze kwamen tot dezelfde conclusie als de bestuurders zelf maar nu was er ook draagvlak bij de toezichthouders.

 

In een andere organisatie moet de kersverse voorzitter van de raad van bestuur na een conflict vertrekken. De raad van toezicht wil de bestuurlijke rust herstellen door een interim bestuurder aan te trekken, naast de twee overgebleven bestuurders. Dat klinkt logisch, maar met name de toezichthouders die de voorzitter hadden aangenomen waren beschadigd. Bovendien heerst er onrust in de organisatie door deze bestuurscrisis en heeft men slechte ervaringen met interim bestuurders. Ook de twee overgebleven bestuurders hadden schade opgelopen. Zij waren te lang loyaal geweest aan de bestuursvoorzitter. De nieuwe voorzitter van de raad van toezicht laat een externe adviseur onderzoek doen: wat zijn de bestuurlijke opgaven, wat is een gewenst bestuursprofiel en hoe pakt dat uit ten opzichte van de zittende bestuurders? Klopt het profiel en is er draagvlak voor? Er komt een helder en gedragen profiel uit dat de voorzitter van de RvT aan de organisatie kan voorleggen. Binnen een paar maanden was de rust hersteld.

 

Welke algemene lering is te destilleren uit deze verhalen om dergelijke (bijna) crisissen te voorkomen? Vijf overwegingen voor toezichthouders en bestuurders.

 

1. De continuïteit van bestuur is een van de belangrijkste verantwoordelijkheden van de raad van toezicht. Maak deze dan ook waar

Besteed als raad van toezicht regelmatig aandacht aan de topstructuur. Stel vast of het bestuursmodel deugt, of de bestuurders over de juiste individuele kwaliteiten beschikken en of ze een productief team vormen. Beoordeel periodiek of de bestuurders nog steeds passen bij de ambities van de organisatie en de bestuurlijke opgaven. Bespreek hoe zij hun effectiviteit kunnen behouden en versterken. Voer dit gesprek zowel in eigen kring als samen met de raad van bestuur. Een proactieve houding van de raad van toezicht komt de bestuurlijke continuïteit ten goede.

 

2.Trek daarin samen op met het bestuur, maar houd als toezichthouder de regie in eigen handen

Neem (houd) als RvT de regie aangaande de bestuurlijke continuïteit. Dat betekent niet dat het bestuur buitengesloten wordt. Integendeel. Zij kennen het profiel dat volgt uit de bestuurlijke opgaven veel beter dan de raad van toezicht. Maar ze hebben ook, en dat is volkomen legitiem, individuele belangen. Regie wil zeggen dat je als RvT het proces uitzet en bewaakt, en op bepaalde momenten besluiten neemt. Het bestuur kan alles ‘aanleveren’ – graag zelfs – , maar uiteindelijk beslist de RvT. De RvB moet die beslissing mogelijk maken.

 

3. Koppel opvolgingsplanning aan de ontwikkeling en ambities van de bestuurders

Plan als toezichthouder in samenspraak met de bestuurders hun loopbaan op de lange termijn. Houd voor ogen dat zij op ieder moment met een rode loper de organisatie uit moeten kunnen gaan. Kijk daarbij minstens een jaar of drie vooruit. Betrek ook topmanagers in de opvolgingsplanning. Verzeker u ervan dat de raad van bestuur weet wat de organisatie in huis heeft aan kerncompetenties in de topstructuur en ook weet wat er mist. Dus: wat doen we als persoon X, Y of Z wegvalt? En: hoe maken ruimte voor personen met profiel X, Y of Z?

Wil de RvT dat de zittende bestuurders nog een tijdje effectief en vitaal besturen? Bespreek dan met elkaar wat de organisatie hen te bieden heeft.

 

4. Wees consistent in ‘FoF-cultuur’: geef als bestuur en RvT het goede voorbeeld

Onder feedback op functioneren valt zowel de hardware als de software kant van het beoordelen. Feedback is van groot belang in gezondheidszorgorganisaties. Een feedbackcultuur wordt van bovenaf gestimuleerd door voorbeeldgedrag en organisatiesystemen. Bouw een beoordelingssysteem met 360-graden-feedback voor alle posities in de top. Hierdoor wordt feedback op het functioneren normaal, zowel in het dagelijkse gebruik als eens per jaar op een formeler moment. Als het bestuur op deze manier zorgvuldig de laag onder zich beoordeelt, geeft het bestuur het goede voorbeeld. Neem de RvT hierin mee. Zij beoordelen vanuit hun werkgeversrol (let wel: een andere dan ‘de baas zijn’) het bestuur. Doe dat consistent en zorgvuldig.

 

5. Ga principieel én pragmatisch om met het bestuursmodel

Het bestuursmodel ordent de machtsverhoudingen in huis. Tegelijkertijd is het een product van die verhoudingen. Toezichthouders, het bestuur, het management en de medezeggenschapsorganen doen er verstandig aan periodiek met elkaar te kijken of het bestuursmodel nog effectief is. Er is enerzijds een principiële benadering gewenst: welk model past het beste bij de bestuurlijke opgaven en de organisatieontwikkeling? Maar het is anderzijds ook goed om pragmatisch te zijn: de praktijk wijst uit dat verschillende bestuurlijke constructies effectief kunnen zijn. Elk bestuursmodel heeft zijn eigen kracht en kwetsbaarheden. Het openlijk bespreken daarvan zorgt dat alle argumenten boven tafel komen, ook de irrationele. Vloeiende wisselingen van de wacht in het bestuur is maatwerk en mensenwerk.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hanneke Beijer.


Gerelateerde links
Hanneke Beijer


Lees meer...

Skipr boekbespreking Pijlers voor toezicht

15 mrt 2018

Boekbespreking van onze laatste publicatie Pijlers voor toezicht in Skipr nr 2-3 van februari 2018.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hanneke Beijer of Guus de Vries.


In Skipr nr 2-3 bespreekt Suzanne Weusten de meest recente publicatie Pijlers voor toezicht:

  

'Besturen is een vak. Toezicht houden ook. DEV adviseurs heeft een praktisch boekje gemaakt over het samenspel tussen bestuurders en toezichthouders. De pijlers van professioneel samenspel zijn visiecongruentie, gedeelde rolopvatting, huis op orde, intern samenspel en vitale spanning. Achtereenvolgens worden deze pijlers onderzocht, verduidelijkt en geïllustreerd met voorbeelden uit de praktijk van bestuurders en toezichthouders. De rode draad is het expliciteren van de visie, het erkennen van de verschillende rollen en de spanning die daartussen bestaat. Zo is het niet voldoende als bestuur en toezicht het eens zijn over de maatschappelijke doelstelling van de organisatie. Ze moeten die ook expliciet maken. Een gesprek over wat de raad van toezicht ziet als zijn opgaven voor een bepaalde periode biedt een inhoudelijke kapstok én geeft beide partijen houvast.

 

Goed bestuur heeft recht op goed toezicht, minder goed bestuur ook. "Door zijn rol goed te spelen en al eerdere te anticiperen op spanningen voorkomt de raad van toezicht dat hij moet ingrijpen."

 

Pijlers voor toezicht is een leerzame handleiding voor zorgbestuurders en toezichthouders.'


Gerelateerde links
Publicatie Pijlers voor toezicht
Hanneke Beijer
Guus de Vries

Lees meer
Afbeelding

Pijlers voor toezicht: nieuwe publicatie december 2017

22 nov 2017

De raad van toezicht en de raad van bestuur van een (zorg)organisatie brengen elkaar in positie om hun rol goed te vervullen. De kwaliteit van hun samenspel maakt het verschil. Zitten toezichthouders onderling en met het bestuur op één lijn in hun visie op de organisatie? Hebben beide hun huis goed op orde? En blijven ze elkaar verstaan als er spanningen ontstaan?


De raad van toezicht en de raad van bestuur van een (zorg)organisatie brengen elkaar in positie om hun rol goed te vervullen. De kwaliteit van hun samenspel maakt het verschil. Zitten toezichthouders onderling en met het bestuur op één lijn in hun visie op de organisatie? Hebben beide hun huis goed op orde? En blijven ze elkaar verstaan als er spanningen ontstaan?

De raad van toezicht heeft naast zijn kerntaak van ‘toezicht houden’ ook de rol van werkgever en adviseur van het bestuur. Drie rollen die goed uit elkaar gehouden moeten worden, ook al zijn ze niet strikt te scheiden.

De afgelopen jaren hebben we vele goede gesprekken gevoerd met toezichthouders en bestuurders over de weerbarstige praktijk van hun samenspel. Met de verkregen inzichten, persoonlijke ervaringen en praktische adviezen hopen we in onze nieuwe publicatie per december 2017 'Pijlers voor toezicht' bij te dragen aan de verdere professionalisering van het samenspel tussen raad van toezicht en raad van bestuur in de zorg.


Dat samenspel rust op vijf pijlers:

•    Visiecongruentie
•    Gedeelde rolopvattingen
•    Huis op orde
•    Intern samenspel
•    Vitale spanning

 

Vijf pijlers van samenspel

 

 

In de publicatie pleiten we voor situationeel toezicht, weergegeven in onderstaand schema:

Situationeel toezicht

Vanaf medio december is Pijlers voor toezicht beschikbaar en te bestellen via onze website.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hanneke Beijer en Guus de Vries.

 

 

 


Gerelateerde links
Hanneke Beijer
Guus de Vries

Lees meer

Medisch specialist in bedrijf

22 nov 2017

Onder de gelijknamige titel werken we aan een publicatie over het MSB dat in korte tijd een relevant fenomeen is geworden in de besturing van het ziekenhuis. Het boekje zal begin 2018 worden gepubliceerd. Hierbij geven we u alvast een indruk van de inhoud.


Ruim tweeënhalf geleden maakten de ziekenhuizen in Nederland kennis met het fenomeen Medisch Specialistisch Bedrijf (MSB). Een construct om na invoering van de integrale bekostiging het vrij ondernemerschap van Medisch Specialisten veilig te stellen. De meningen over de meerwaarde van MSB’s lopen sterk uiteen. Wij zien dat de ontwikkeling sinds 2015 per ziekenhuis nog verschilt. In sommige ziekenhuizen blijft het MSB vooral een ‘fiscale vluchtheuvel’. Zo’n MSB functioneert dan vaak naast een VMS en (ook sinds 2015) een Vereniging voor medisch specialisten in dienstverband (VMSD).

 

Met zo’n verdeeld speelveld wordt de bestuurbaarheid van het ziekenhuis eerder complexer dan eenvoudiger met bestuurlijke verlamming als gevolg. We zien echter ook ziekenhuizen waar de medisch specialisten zich onder één noemer verenigd hebben; soms het MSB, soms de VMS, en waar de interne besturing aanzienlijk verbeterd en verhelderd is ten opzichte van de oude situatie.  En we zien ziekenhuizen waar verregaande gezamenlijkheid tussen het MSB-/VMS-bestuur vorm krijgt. Bijvoorbeeld door een gemeenschappelijke bestuursberaad, vormen van co-bestuur en dergelijke.

MSB 3 fasen

Het zoeken naar nieuwe vormen is geen sinecure en soms een proces van vallen en opstaan. Elk ziekenhuis (medische staf en raad van bestuur) doorloopt zijn eigen ontwikkeling. Deels ingegeven vanuit historische verhoudingen, deels vanuit een visie op de toekomst. En zoals altijd spelen ook persoonlijke stijlen, opvattingen en verhoudingen een rol. Wij maken dat in veel ziekenhuizen mee. Vanuit die ervaring, maar zeker ook vanuit de overtuiging dat een effectieve besturing van het ziekenhuis cruciaal is om de uitdagingen van de (nabije) toekomst aan te gaan, willen wij daaraan een bijdrage leveren.

Dit doen we door in deze periode onze ervaringen en inzichten op papier te zetten en die begin 2018 als boek te publiceren.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Hemmo Huijsmans, Robert Paquay en Frans Spijkers.

 

 


Gerelateerde links
Hemmo Huijsmans
Robert Paquay
Frans Spijkers

Lees meer

Ziekenhuislaboratoria regionaliseren

22 nov 2017

Overal in het land zien we dat ziekenhuislaboratoria gaan opereren binnen regionale samenwerkingsverbanden. Belangrijke aanleidingen zijn nieuwe innovaties zoals vergaande automatisering van het analyseproces (na de klinische chemie, nu ook bij de pathologie en de medische microbiologie) en nieuwe diagnostische mogelijkheden door digitalisering van microscopische beelden. Deze innovaties dragen bij aan verhoging van de kwaliteit en verlaging van de kosten, maar vergen hoge investeringen en een grotere schaal van werken.
Wij zijn onlangs intensief betrokken geweest bij twee haalbaarheidsonderzoeken.


In beide voorbeelden was er sprake van drie ziekenhuizen die hun laboratoria op de een of andere manier met elkaar wilden integreren en voor hun besluitvorming behoefte hadden aan een businesscase en een organisatiemodel. In het ene voorbeeld is dit uitgemond in het plan om de laboratoria te verzelfstandigen in een nieuw op te richten rechtspersoon waarvan de drie ziekenhuizen eigenaar zijn. Daarbij houden deze ziekenhuizen er rekening mee dat deze laboratoria op langere termijn wel eens volledig los van de ziekenhuizen gaan functioneren en de ziekenhuizen als 'klant' bedienen op basis van een meerjarencontract.

 

In het andere voorbeeld blijven de laboratoria (vooralsnog) onderdeel van hun moederziekenhuizen, maar wordt de besturing zoveel mogelijk vanuit een besturingsorgaan vormgegeven.

 

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Robert Paquay.


Gerelateerde links
Robert Paquay

Lees meer

Invitationals 'Zelforganisatie vraagt besturing'

30 okt 2017

In mei en oktober 2017 organiseerden we invitationals voor zorgbestuurders over het onderwerp zelforganisatie. Er wordt veel gesproken over vormen van zelforganisatie en veel zorgorganisaties zijn bezig hun organisatie in te richten volgens dit concept. Wat ons opvalt is dat zowel de visie op besturing als de rol van de bestuurder bij vormen van zelforganisatie nauwelijks aandacht krijgen. Terwijl het succesvol invoeren van dit organisatieprincipe juist met deze twee aspecten begint. Reden om een aantal bestuurders uit te nodigen om hierover van gedachten te wisselen.


Bestuurders zijn unaniem in dat zelforganisatie hen terugwerpt op de vraag 'Wat voor bestuurder ben ik en wil ik zijn?'. Zij ervaren dan ook een proces van expliciteren van eigen rolopvattingen en het heroverwegen van de betekenis die zij geven aan het zijn van een bestuurder.

 

Bestuurlijke opgave: hanteren vitale spanning

Het goed omgaan met het spanningsveld tussen 'trust' en 'control' was een veelbesproken thema tijdens de invitationals. Het model 'hanteren van vitale spanning en voorkomen van vervormingen' geeft dit balanceren goed weer.

 Vitale-spanning.png

 

Besturing bij zelforganisatie gaat over het situationeel bewegen op twee spanningslijnen:
•    de as van trust en control
•    de as van action-gedreven en belief-gedreven.

Het middengebied waarin je als bestuurder beweegt op deze twee spanningslijnen is het gebied dat wij duiden met vitale spanning; de spanning wordt gevoeld (deze is er immers), maar is vitaal (essentieel voor de werking, krachtig en energiek). Uit vitale spanning geraken zou je kunnen zien als een vervorming, waarin je als bestuurder dus niet meer effectief bent in het voorleven van zelforganisatie en het ontwikkelen van zelforganisatie.

Bestuurders herkennen deze twee spanningslijnen en dat het een kunst is (of een worsteling) om in vitale spanning te blijven; voorbeelden uit de praktijk illustreren het risico van of de aanwezigheid van vervormingen. Hoe zorg je er bijvoorbeeld in een crisissituatie voor dat je niet doorschiet/terugvalt in de vervorming van het regels voorschrijven en controleren? En, hoe zorg je er in een vergevorderd stadium van zelforganisatie voor dat vertrouwen niet vervormt tot laissez-faire?

 

Toezicht bij zelforganisatie

Het samenspel tussen bestuurder en toezichthouders bij (vormen van) houdt de bestuurders ook bezig; hoe voer je het goede gesprek over dat zelforganisatie niet betekent dat je niet bestuurt en wat betekent het voor de uitwisseling met de raad van toezicht? Immers de functie van toezicht houden wijzigt niet, de manier waarop mogelijk wel, en hoe dan? Idealiter vindt een ander gesprek plaats, met een andere verhouding in resultaatgericht en waardengericht. Ook bij het toezicht houden speelt de spanning tussen 'trust' en 'control'.

 

Paradoxen

Bestuurders ervaren een aantal paradoxen als het gaat om zelforganisatie:
•    ruimte bieden door richting en kaders te geven
•    loslaten door ondersteuning te bieden
•    vertrouwen geven door aan te spreken
•    borgen door te dynamiseren (inzetten op rolstevigheid).

Het ontwikkelen naar zelforganisatie vraagt evenwichtskunst van de bestuurder om te balanceren tussen deze schijnbare tegenstellingen.

Er is veel animo voor de invitationals, vandaar dat er in november nog een plaatsvindt. De gesprekken zijn ook een inspiratiebron voor het boekje 'Zelforganisatie vraagt besturing' dat wij begin 2018 uitbrengen.

Voor meer informatie kunt u contact opnemen met Maartje Op de Coul, Helen van Tol en Guus de Vries.

 


Gerelateerde links
Maartje Op de Coul
Helen van Tol
Guus de Vries

Lees meer

Inschrijven nieuwsbrief