10,-
bestel online
Dit boekje gaat over de besturing bij vormen van zelforganisatie. Het begint bij de vraag: waartoe zou je het doen? Sluit het aan bij de missie en visie? Helpt het je maatschappelijke doelen te realisereen? En welke mate van zelforganisatie past dan?
Meer zelfregie bij de cliënt en meer regelruimte bij de medewerker om samen met de cliënt invulling te geven aan diens wensen. Dit zijn herkenbare uitgangspunten voor organisatieontwikkeling in zorgorganisaties.
Zelforganisatie betekent niet dat er minder besturing nodig is, maar andere besturing. En vooral ook regie. De ontwikkeling naar zelforganisatie vereist een doordachte veranderaanpak. De rol van de bestuurder is van wezenlijk belang bij het expliciteren van het waartoe, bij het doordenken van het besturingsconcept en bij de complexe veranderopgave. De bestuurder loopt tegen dilemma's en paradoxen aan. Ook de raad van toezcht moet zich verhouden tot zelforganisatie.
We hebben onze ervaringen gedeeld met veel zorgbestuurders, en onze inzichten zo kunnen verrijken met praktische adviezen. We hopen dat dit boekje bijdraagt aan de verdere professionalisering van besturing bij vormen van zelforganisatie.
Inhoud
Inleiding
- Motieven voor zelforganisatie
- Zelforganisatie: een besturingsconcept
- Een complexe veranderopgave
- Vitale spanning in de besturing
- Vitale spanning in het toezicht
- Ten slotte
Bronnen
Resumé