Invitational VG-cliënten met ernstige gedragsstoornissen vraagt om vervolg

28 mrt 2017

Sinds Jolanda Venema is er veel gebeurd ten aanzien van de zorg voor deze cliëntengroep. De CCE's als onafhankelijke expertisecentra zijn opgericht en de aandacht voor het welzijn en de veiligheid van de cliënt is centraal komen te staan. De zogenaamde 'beheersmaatregelen' zijn sterk afgebouwd. Terwijl in de jaren '80 nog 2000 VG-cliënten regelmatig werden vastgebonden en geïsoleerd, is dit aantal teruggebracht tot enkele tientallen.
Echter, deze positieve effecten hebben een keerzijde en dat is de veiligheid van de medewerkers. CNV Zorg & Welzijn heeft in 2015 een peiling onder haar leden uitgevoerd waaruit blijkt dat een overgrote meerderheid van de werknemers te maken heeft met zowel verbaal als fysiek geweld van cliënten. Dit heeft regelmatig ernstig letsel en ziekteverzuim tot gevolg.

Deze introductie was het startpunt voor de Invitational die damhuiselshoutverschure op 3 februari jl. organiseerde over VG-cliënten met ernstige gedragsstoornissen ('VG7-cliënten').


Het faciliteren van een open uitwisseling over dit complexe onderwerp was het doel van de bijeenkomst. Aan tafel zaten tien managers zorg en gedragsdeskundigen van vijf VG-instellingen verspreid over het land.

Meteen al bij de eerste vraag - "Waar worstel je mee als het gaat om de zorg voor deze cliënten?" - kwam het gesprek goed los. De 'metaalmoeheid' die men ziet bij medewerkers die met deze cliënten werken is een groot zorgpunt. Wat kun je redelijkerwijs van medewerkers vragen? Ook spelen ethische dilemma's zoals: waar de grens ligt in het zorgen voor de heel kleine groep cliënten die altijd heel moeilijk te lezen zal blijven? Wanneer wegen 'kosten' niet meer op tegen 'baten' en mag je die vraag wel stellen?

In de uitgebreide uitwisseling van ervaringen die volgde was de behoefte aan erkenning van de zorg voor VG7-cliënten als specialisme de rode draad, zowel binnen organisaties als in de sector. Een organisatie met een goed doorvertaalde visie op deze zorg draagt sterk bij aan het vertrouwen en het gevoel van veiligheid van medewerkers. Door gespecialiseerd onderwijs kunnen mbo-leerlingen veel beter voorbereid worden op het werken met deze cliënten.
Doordat het 'een vak apart' is, werken de best practices uit de 'reguliere' gehandicaptenzorg niet altijd. Het teamconcept bijvoorbeeld, met een samenstelling van 10-12 medewerkers die met alle cliënten kunnen werken. Een deelnemer zegt succesvol te experimenteren met veel grotere teams, zodat roulatie van medewerkers mogelijk is en zij langer inzetbaar zijn voor cliënten met complexe zorgvragen. Een andere deelnemer zegt medewerkers te koppelen aan cliënten waar zij mee kunnen werken, los van een teamverband.

De vergaande afbouw van vrijheidsbeperkende maatregelen zoals genoemd in de introductie is een andere best practice die 'schuurt' met goede zorg voor VG7-cliënten vanwege de relatie met de veiligheid en het welzijn van medewerkers. Zijn sommige cliënten niet meer gebaat bij continuïteit in de begeleiding dan bij autonomie? Mag die autonomie ten koste gaan van de veiligheid van medewerkers? Dat zijn lastige vragen om te stellen in de sector.
Aan het einde van de bijeenkomst presenteerde dev een korte canon van de zorg voor VG-cliënten met ernstige gedragsstoornissen in onze geschiedenis. Dit leidde tot het besef dat er ontzettend veel is verbeterd, maar dat sommige dilemma's nog steeds spelen. Wat is het beste: integratie of een zekere mate van afzondering? Welke naam geven we deze specifieke groep?
Na afloop gaven de deelnemers aan de invitational, als gelegenheid om onderling ervaringen uit te wisselen, erg te waarderen, juist ook door de complexiteit van het onderwerp en de ethische dilemma's die spelen. Als vervolgstap zouden zij graag in gesprek gaan met landelijke organisaties zoals de VGN en het CCE om te bereiken dat er meer erkenning komt dat de zorg voor VG7-cliënten is te beschouwen als een specialisme.

Voor meer informatie neem contact op met Maartje Op de Coul of Robert Paquay.




 

 

 

 


Gerelateerde links
Maartje Op de Coul
Robert Paquay

Lees meer
Afbeelding

drs. Maartje Op de Coul als nieuwe adviseur bij ons bureau

20 feb 2017

Vanaf oktober vorig jaar is ons bureau uitgebreid met Maartje Op de Coul, die ons vooral komt versterken bij opdrachten in de transitiesectoren. Maartje is 43 jaar en heeft ervaring in verschillende werkvelden en typen organisaties; altijd met een maatschappelijk belang. De laatste jaren werkte zij als adviseur en programmamanager in de VG-sector aan de duurzame vertaling van maatschappelijke transities naar de praktijk. Maartje opereert graag aan de proceskant van veranderopgaven: structuur en samenhang aanbrengen, zorgen dat mensen in beweging kunnen komen. We zien in Maartje een waardevolle toevoeging voor het bureau.


Enkele vragen aan Maartje

 

Waar heb jij je ervaring en deskundigheid opgebouwd? 

Aanvankelijk werkte ik in een internationale omgeving bij stichtingen (ontwikkelingssamenwerking) en later bij de overheid (duurzame energie). Ik heb daar veel ervaring opgedaan met projectmatig werken en alle vormen van sturing en begeleiding die daarbij komen kijken. Ik was projectmanager en evaluatiemanager en ging onder meer op pad om ontwikkelingsprojecten te begeleiden en te evalueren. Ik faciliteerde groepen om gezamenlijk doelen te formuleren en gaf trainingen in verschillende evaluatiemethoden. Wat ik hieruit vooral geleerd heb, is dat mensen hun eigen leer- en ontwikkelingsweg moeten lopen. Goede begeleiding, ruimte en vertrouwen maken deze weg sneller en prettiger.

Waarom ben je overgestapt naar de zorg?

Ik was toe aan een volgende stap, die naar het programmamanagement. Op dat moment tekenden de maatschappelijke transities in de zorg zich af en zochten veel organisaties naar een passende manier om deze te vertalen naar de eigen praktijk. Een mooie kans om als programmamanager bij een VG-organisatie echt waarde toe te voegen! Ik ontwikkelde de veranderstrategie, zette een samenhangende programmastructuur neer en verbeterde het projectmatig werken. Hiermee creëerde ik randvoorwaarden voor de organisatie om in beweging te komen en voor mensen om gericht acties uit te voeren.

Wat was een belangrijk moment in je loopbaan?

In eerste instantie hield ik me vooral bezig met de projectmatige kant van veranderprocessen, de 'bovenstroom'. Door een bestuurlijke crisis binnen de zorgorganisatie waar ik werkte, heb ik van dichtbij ervaren welke enorme invloed de veranderkundige component, de 'onderstroom', heeft op een organisatie en haar veranderambitie. En leerde ik dat een verandering pas duurzaam is als er een goede balans is tussen de zakelijke en de menselijke kant.

Gedreven door die overtuiging heb ik theoretische en praktische deskundigheid opgebouwd in verandermanagement. Ook de menselijke kant van een veranderproces kent een aantal vaste fases, waardoor je er regie op kunt voeren. Samen met een collega heb ik een opleidingsmodule ontwikkeld over de 'onderstroom' bij veranderopgaven, die goed blijkt aan te sluiten bij de leerbehoefte van verandermanagers.

Deze achtergrond heeft mij gevormd tot de adviseur die ik nu ben. Die een verscheidenheid aan interventies kan inzetten om effectief te sturen op de balans tussen bovenstroom en onderstroom. En daarmee kan bijdragen aan de duurzaamheid van een transitieopdracht.

 

Wat is kenmerkend voor jouw stijl van werken?

Kenmerkend voor mijn stijl is dat ik de complexe vraagstukken van de opdrachtgever inzichtelijk maak met behulp van praktische modellen en concepten. Dat geeft structuur en zorgt ervoor dat mensen (weer) grip krijgen op hun veranderproces en vertrouwen in een goed resultaat. Mede door mijn ervaring in diverse culturen en sectoren is mijn houding altijd open en geïnteresseerd. Door het stellen van de goede vragen kan ik mijn gesprekspartners bewustmaken en inzichten geven; het beste startpunt voor beweging!

Waarom maak je de overstap naar damhuiselshoutverschure?

Na de afgelopen jaren als adviseur/programmanager in dienst van een zorgorganisatie te hebben gefunctioneerd, was ik toe aan meer dynamiek en ondernemerschap. Verbreding en verdieping in mijn vakgebied; (care)organisaties begeleiden bij complexe transitie-opgaven. Dev biedt daartoe de mogelijkheden en meer. De hoge kwaliteitsstandaard, het kleinschalige karakter en de prettige mensen maken het een voorrecht om erbij te horen!

 

 


Gerelateerde links
Maartje Op de Coul

Lees meer

Workshop MOED

10 jan 2017

De secretaressen van ons bureau hebben eind 2016 een ontmoetingsmiddag georganiseerd voor een twintigtal secretaressen van onze opdrachtgevers. De workshop vond plaats in het Brabants Historisch Informatiecentrum van 's-Hertogenbosch, vlakbij dev.


Tijdens deze middag werd een inspirerende en leuke workshop verzorgd door Pauline Hoek van de Assepoester Academie. Het thema was MOED. Dit in aansluiting op het jubileumjaar van dev in 2015 en onze bureaupublicatie MOED. Tijdens deze workshop werd dit niet zo makkelijk te vatten thema verkend aan de hand van sprookjesverhalen. Ook werd met elkaar van gedachten gewisseld of en hoe MOED een rol speelt in het vak van secretaresse. Moed, overmoed, blijmoedig, het kwam allemaal langs in de verhalen van de deelnemers. Al met al een boeiende en gezellige middag die leuke inzichten opleverde.

Onder het genot van een hapje en een drankje werd de middag afgesloten en kon iedereen nog verder met elkaar kennismaken. Het was een mooie middag, bijzonder thema dat tot nadenken aanzet en erg leuk om elkaar op zo'n mooie plek te ontmoeten.
Ook de reacties naderhand bevestigen ons: zo'n ontmoetingsmiddag gaan we nog eens herhalen.


Gerelateerde links
Publicatie MOED

Lees meer

Presentatie op NVZ-bijeenkomst voor financials

8 jul 2016

Robert Paquay heeft op de NVZ-bijeenkomst van 24 juni jl. voor financials een inleiding gehouden over de samenwerking tussen ziekenhuis en MSB.


Robert Paquay heeft op de NVZ-bijeenkomst van 24 juni jl. voor financials een inleiding gehouden over de samenwerking tussen ziekenhuis en MSB.

Een korte presentatie hiervan treft u onderstaand aan.


Documenten
Inleiding NVZ integrale bekostiging 24 juni 2016

Lees meer
Afbeelding

Invitational over verzelfstandiging medisch ondersteunend bedrijf

8 jun 2016

Al jarenlang wordt voorspeld dat de toekomst is aan grotere, verzelfstandigde en geïntegreerde medisch ondersteunende bedrijven (laboratoria, beeldvorming, apotheken) die zowel ziekenhuizen als de eerste lijn bedienen. Echter, deze lijken in ons land nog maar moeizaam van de grond te komen, enkele positieve uitzonderingen daargelaten. Onlangs hebben we een select gezelschap van deskundigen uitgenodigd om hierover met ons van gedachten te wisselen.


Al jarenlang wordt voorspeld dat de toekomst is aan grotere, verzelfstandigde en geïntegreerde medisch ondersteunende bedrijven (laboratoria, beeldvorming, apotheken) die zowel ziekenhuizen als de eerste lijn bedienen. Echter, deze lijken in ons land nog maar moeizaam van de grond te komen, enkele positieve uitzonderingen daargelaten.

Bestaande shared service centers haperen en veelbelovende initiatieven sterven voortijdig in schoonheid. Hoe komt dat nou? Wordt de aanpak te politiek ingestoken? Zijn er teveel stakeholders? Waar liggen de kritische succesfactoren? Ontbreekt het aan échte ondernemers die van hun aandeelhouders de ruimte krijgen om te ondernemen? Gaan de ontwikkelingen omtrent personalised healthcare en point of care diagnostiek leiden tot nieuwe organisatievormen? Recent hebben we een select gezelschap van deskundigen uitgenodigd om naar 's-Hertogenbosch te komen om hierover met ons van gedachten te wisselen.

In bijgaande notitie geven we een impressie van de inhoud van het besprokene aan de hand van een aantal uitspraken en stellingen die die middag zijn gedaan.

Wilt u met ons in gesprek over de toekomst van het medisch ondetsteunend bedrijf neem dan contact op met:

Robert Paquay (paquay@devoa.nl / 06 - 53717449)

Frans Spijkers (spijkers@devoa.nl / 06 - 52620185)


Documenten
Not Invitational over verzelfstandiging medisch ondersteunend bedrijf

Lees meer
Afbeelding

Medisch leiderschap in de lift

3 mrt 2016

Sinds enige tijd komt er meer aandacht voor medisch leiderschap. De reden daarvoor is niet zo vreemd. De essentie is erin gelegen dat de ziekenhuiszorg in fors tempo aan het veranderen is en in de komende jaren zal blijven veranderen. Veranderingen die zowel de dagelijkse zorg en rol van de specialist raken als de ontwikkeling van zijn praktijk en van het ziekenhuis.


Sinds enige tijd komt er meer aandacht voor medisch leiderschap. De reden daarvoor is niet zo vreemd. De essentie is erin gelegen dat de ziekenhuiszorg in fors tempo aan het veranderen is en in de komende jaren zal blijven veranderen. Veranderingen die zowel de dagelijkse zorg en rol van de specialist raken als de ontwikkeling van zijn praktijk en van het ziekenhuis.

Het gehele artikel kunt u onderstaand als pdf-bestand downloaden.


Documenten
Art Medisch Leiderschap in de lift

Lees meer

Inschrijven nieuwsbrief